22 en 23 oktober 2021
vrij 22 oktober 2021 om 20u15
zat 23 oktober 2021 om 20u15
in Reynaert Theater Malpertuus
Op een oceaanstomer, de Virginian, wordt in het jaar 1900 een baby gevonden op de piano van de balzaal van eerste klasse. Het is de tijd van de grote migraties en een pasgeborene is voor emigranten een mond meer om te voeden en een hoop problemen bij de immigratiedienst. Dus leggen ze hem te vondeling.
Het is Danny Boodman, een matroos, die hem vindt, hem adopteert en hem zijn volledige naam geeft: Danny Boodman TD Lemon Novecento. Acht jaar later sterft de matroos en de kleine Novecento staat er alleen voor.
Plots blijkt hij piano te kunnen spelen en hij groeit uit tot een legende, de beste pianist ter wereld. Er komt zelfs een duel van, met Jelly Roll Morton, de zelfuitgeroepen uitvinder van de jazz – een historische figuur overigens. Dat duel heeft plaats op het schip, want Novecento kan en wil niet van boord gaan. Hij probeert het wel één keer.
Dit verhaal wordt verteld door Tim Tooney, de trompettist van het scheepsorkest, die tien jaar jonger is dan Novecento en op korte tijd zijn beste vriend wordt.
Een verhaal vol grappige, filosofische en gevoelige momenten.
2004. TH-lid Hubert Vanhellemont vindt in een hotelkamer in Italië een handgeschreven kritiek over een voorstelling van het Teatro di Bolzano, “Il controbasso” van Patrick Süskind, een monoloog. Hubert wil de tekst kopen, maar vindt hem nergens.
Een jaar later. Firenze. Il Feltrinelli, zowat de grootste keten van boekhandels in Italië. Hubert is op zoek naar een mooi geïllustreerde Italiaanse uitgave van Pinocchio en bij het binnenkomen springt een klein boekje hem onmiddellijk in het oog. Ja, inderdaad. “Il contrabasso”.
Via-via leert Hubert Piero Pelù kennen. Hij blijkt in Toscane zo’n beetje de plaatselijke Clouseau te zijn met optredens in heel Italië, Frankrijk, Zwitserland, Canada en ook driemaal in België. Hij zegt dat er ook een Italiaanse monoloog bestaat over een muzikant, een pianist, en dat het een schitterende tekst is.
Terug in België. De eerstvolgende toneelkern. De contrabas komt ter sprake en ook de pianist mengt zich in het gesprek, waarop Jos Stroobants zegt: “maar ik ken dat, geloof ik, ik heb een tekst over een pianist”. En jawel, het bijkt de Franse vertaling te zijn van ‘Novecento, il pianista’. Eerst in het Frans en later in het Italiaans leest Hubert de tekst met grote ogen. Hij staat perplex.
Het verhaal heeft hem zo diep aangegrepen dat er geen twijfel meer bestaat. Dit moeten we op de scène zetten.
De tocht via de Italiaanse Sabam om de vertaal- en speelrechten te krijgen gaat over een hobbelig parcours. Mails en telefoons zonder resultaat, lang wachten. Er komt zelfs een motivatiebrief aan te pas, maar dan nog moet Hubert op een antwoord wachten. Blijkt bovendien dat Baricco de rechten van zijn Novecento heeft teruggekocht voor 150.000.000 lire (=75.000 EUR). Op de vraag naar het waarom, verklaart hij aan een journalist dat hij de toelating om het te spelen alleen nog wil geven aan mensen die hem voldoende vertrouwen inboezemen.
Blijkbaar is Hubert zijn brief overtuigend genoeg want op 22 juli 2005 ontvangt hij het bericht: “Gentile Sig. Hubert, La informo che l’autore ha dato l’autorizzazione alla rappresentazione di ‘Novecento’. Potete cominciare le prove.” De auteur heeft de toelating gegeven. Jullie kunnen beginnen met de repetities.
Jan Sprengers speelt de vertaling van Hubert Vanhellemont in een regie van Gunther Samson in januari-februari 2006 bij Toneel Heverlee. Het eindresultaat is echt het werk van dit drietal, gezamenlijk. In 2012 herneemt Jan delen ervan als rode draad tijdens een muziekvoorstelling van de Koninklijke Harmonie Sint-Hilarius in Bierbeek, die draait rond 100 jaar Red Star Line.
Alessandro Baricco is geboren in Turijn op 25 januari 1958. Hij is een van de meest gekende en geliefde hedendaagse schrijvers in Italië. Hij is laureaat in de filosofie en aan het conservatorium behaalde hij het diploma piano. Hij werkte eerst als copywriter in de reclamewereld en wijdde zich ondertussen aan de studie van muziekkritiek.
Zijn liefde voor de muziek en literatuur zijn altijd een constante inspiratiebron geweest voor zijn essays en verhalen.
In 1994 schreef hij Novecento speciaal voor één bepaald acteur en één bepaald regisseur: Eugenio Allegri en Gabriele Vacis. De première vond plaats in juli 1994 op het Festival di Teatro di Asti. Daarna voerde Eugenio Allegri het in Italië meer dan 300 maal op voor ruim 120.000 toeschouwers tot hij op 8 april 2001 zijn laatste voorstelling gaf. In 1998 werd het als ‘The Legend of 1900’ verfilmd door Giuseppe Tornatore.
Toen TH in 2006 Novecento speelde, wist regisseur Gunther Samson eerst niet hoe er aan te beginnen. Dit waren toen zijn gedachten:
“Ik was een beetje bang om aan Novecento te beginnen. Nog nooit een monoloog geregisseerd, nog nooit met Jan gewerkt, en bovendien de eerste keer sinds lang met een vaste (lees: vooraf geschreven) tekst. Een tekst waar Hubert bovendien ik-weet-niet-hoe-lang aan had zitten vertalen. En ik kende niks van Ragtimemuziek.
Tot Jan aan ons twee, op een verloren zomeravond, zijn verhaal cadeau deed, hij vertelde op een uurtje het verhaal van Novecento, aan een tafeltje. En we luisterden. Een uur lang. Zo moet het, dacht ik na afloop. Gewoon, iemand die gewoon een verhaal vertelt, niks geen theater, geen decor, geen technische tralala. Vertellen begot. En we waren vertrokken.
Sindsdien werk ik met Jan aan echtheid. Alles wat theater is, en gespeeld, en nep en gelogen, we flikkeren het er allemaal uit, en we vertellen. Pas op, versta mij goed, we spelen nog altijd theater, met decor en techniek, en geluid en muziek, maar we doen niet alsof. We doen ’t voor echt.
Theater is namelijk al doen alsof. Dus ’t heeft geen zin om nog eens alsof te doen. De prachtige paradox van het theater, nl. waarheid vertellen in een leugen, is nog nooit zo dicht aan mijn voeten komen liggen.
Het verhaal van Novecento is prachtig, de tekst is grappig en ontroerend, maar dat werkt alleen maar als je gelooft dat ’t echt is. En dààr ligt het werk, de regie.
Maar ik geloof het verhaal van Tim Tooney en zijn beste vriend Novecento, en we gaan het u vertellen zonder al te veel blabla. Alsof het echt is. Want dat is het fantastische aan theater. We geloven allemaal zo graag dat wat op de scène gebeurt echt is, terwijl we allemaal weten dat ’t niet waar is. En toch weer wel.”
Deze keer is Gunther er ook weer bij. Niet in de zin van een klassieke regie, niet maandenlang repeteren. Jan kende de tekst nog (of toch bijna), Gunther is zijn klankbord. Anders is het niet echt.
Jan Sprengers mag dan weer in de huid kruipen van trompettist Tim Tooney, hij staat er deze keer opnieuw niet alleen voor.
Hubert Vanhellemont, bij wie het destijds allemaal begon, woont tegenwoordig zowat halftijds in Italië. Jan vroeg hem wel om weer mee te werken, maar heen en weer vliegen tussen Italië en België is nog altijd niet evident. Maar hij komt zeker kijken.
Gunther Samson is er wel weer bij, niet als alwetende regisseur, die de productie van A tot Z vorm geeft, maar als klankbord, adviseur. En hij doet ook het geluid.
Het licht is, zoals altijd, in handen van Dirk Reynaerts en Peter Craps, Geert Fouquaert en Walter Nieuwendijk zorgen voor het decor. En de TH-kostuums en –rekwisieten dragen ook hun steentje bij.
Voor het eerst sinds lang speelt Toneel Heverlee buiten zijn vertrouwde Zaal Heliand. Noodgedwongen. Gelukkig zijn er bevriende toneelgroepen, die ons uit de nood helpen.
Met “Novecento” kunnen we terecht in het Reynaert Theater Malpertuus, de zaal van de Reynaertghesellen in Leuven. Dat is in de Redingenstraat op nummer 4.
De coronaregels zijn versoepeld, maar we houden een en ander toch nog graag onder controle. Je kan daarom alleen komen als je reservering per e-mail bevestigd is. Je moet geen mondmasker dragen tijdens de voorstelling, maar tijdens je verplaatsingen in het onthaal, de bar en de zaal blijven de dit toch veiliger vinden. In de bar kan je aan een tafel gaan zitten en op dat moment mag je het mondmasker uitdoen.
Je tickets bestellen doe je op de vertrouwde manier op www.toneelheverlee.be. Dat kan ook telefonisch of per e-mail, maar we dringen erop aan om te bestellen via het bestelformulier op de website. In het kader van eventuele contact tracing (wat we uiteraard niet hopen) vul je daar de nodige gegevens in – dat is via telefoon of mail minder waterdicht. Eén contactpersoon per bestelling volstaat.
In deze omstandigheden is het ook noodzakelijk dat je je tickets vooraf betaalt, in Malpertuus zal geen kassa staan. Eens je bestelling geplaatst krijg je een uitnodiging tot betaling.
In je bevestigingsmail vind je ook een code, die heb je nodig om de parking te kunnen oprijden.
‘Parking Huis Bethlehem’ is bereikbaar langs 2 ingangen: Schapenstraat 34 en Redingenstraat 8. De ingang van de Schapenstraat is met de auto toegankelijk vanaf de Naamsepoort, je neemt de Naamsestraat tot aan de Sint-Michielskerk, gaat daar links de Sint-Antoniusberg af, steekt het Damiaanplein over en komt zo terecht in de Schapenstraat. De ingang (nr 34) bevindt zich aan de rechterkant. De ingang van de Redingenstraat is toegankelijk via de Kapucijnenvoer, waar je de Ten Hovelaan neemt, rechts afslaat in de Henri Vandervaerenlaan en vervolgens links afslaat in de Redingenstraat. Die rij je helemaal uit tot je rechts de ingang van de parking vindt.
Op voorstellingsdagen is de parking vanaf 19 uur toegankelijk met de code. Je moet de parking verlaten vóór 00u30.