TH-logo TH fotoTH fotoTH foto

Seizoen 2010-2011

Harvey

van Mary Chase

Bekijk het volledige seizoen

De auteur

Mary Agnes McDonough Coyle werd op 25 februari 1906 geboren in Denver, Colorado, waar ze haar hele leven zou blijven wonen.

Ze begon haar carrière in 1924 als journaliste voor de Rocky Mountain News, waar ze zich bezighield met de societynieuwtjes. Journalisten maakten in die dagen lange uren, dronken stevig en deinsden voor niets terug om de concurrentie een primeur af te snoepen. Mary hoste zo elke dag samen met fotograaf Harry Rhoads in een T-Ford door Denver, van rechtbank naar feestje naar schietpartij, kortom naar elke mogelijke plek waar nieuws te rapen viel.

In 1931 gaf ze er de brui aan om een gezin te stichten. Ze trouwde met collega-journalist Robert L. Chase en schonk hem drie zonen. Intussen begon ze toneelstukken en later ook kinderverhalen te schrijven.

Ze debuteerde in 1936 met “Me, Third”, een politieke satire, die meteen aansloeg bij het publiek en bij de lokale pers. Het stuk verhuisde naar Broadway onder de titel “Now You've Done I”t, maar werd daar door de critici genadeloos afgemaakt. Door de negatieve recensies kreeg het stuk geen eerlijke kans en na 43 voorstellingen was het avontuur voorbij. Mary en haar man hielden er een financiële kater aan over, waardoor ze het de komende drie jaren zonder auto moesten stellen. Mary besliste om nooit meer voor Broadway te schrijven.

Haar tweede stuk, “Sorority House” (1938), dat zich afspeelde op een universiteitscampus, was opnieuw een succes in Denver. RKO kocht de filmrechten op en met de bescheiden opbrengst konden Mary en haar man eindelijk een nieuwe auto kopen.

In de jaren daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit. Voor de troepen in een opleidingskamp in de buurt bedacht Mary de muzikale komedie “Slip of a Girl” (1941).

Met “Harvey” (1944) schreef ze theatergeschiedenis. Het stuk was zonder meer een schot in de roos en is tot op vandaag ontzettend populair gebleven, vooral in de Verenigde Staten. Door het sociaal isolement dat haar plotse aanzien en welstand met zich meebrachten kreeg Mary te kampen met een alcoholverslaving, die ze gelukkig overwon.

Later schreef ze onder meer nog “Mrs. McThing” en “Bernardine”, maar het succes van “Harvey” heeft ze nooit meer geëvenaard.

Mary Chase werd 75 jaar oud. Op 20 oktober 1981 overleed ze in Denver aan een hartaanval, kort nadat een Canadese musicalversie van “Harvey” (onder de titel “Say Hello to Harvey”) geflopt was.

De regisseur

Geert Stabel is in 1963 geboren in Leuven. Zijn interesse voor toneel ontstond in de laatste jaren van de middelbare school, toen hij de kans kreeg om mee te werken aan verschillende producties van Thespikon, het amateurtoneelgezelschap van het Sint-Pieterscollege in Leuven.

Intussen is hij sedert jaren lid van Toneel Heverlee, waar hij als acteur (ondermeer in “Oud Speelgoed”, “Suddenly, last summer”, “Ariadne”, “Ja ja maar nee nee”, “Romeo en Julia”, “Drie zusters” en vorig seizoen nog “Heuvels van Blauw”) en regisseur werkzaam is en bovendien mee instaat voor de programmering. Zijn debuut als regisseur maakte hij in 1998 met “Schimmenspel” van Noël Coward. In 2002 regisseerde hij “Charlotte of de Mexicaanse nacht” van Liliane Wouters, dat hij zelf uit het Frans vertaalde. Het stuk werd in 2005 hernomen bij De Catharinisten, een amateurgezelschap in Aalst.

Eind 2006 ging bij Toneel Heverlee “Enchanted April” van Matthew Barber in première, opnieuw in een eigen vertaling en regie van Geert. Deze voorstelling werd genomineerd voor de Euripidesprijs, de Leuvense toneelprijs voor de beste amateurtoneelvoorstelling van het seizoen en Eva Van Hoecke won voor haar vertolking van Rose Arnott in die productie het Fiere Margrietjuweel, de prijs voor de beste acteerprestatie van dat seizoen. Ook deze voorstelling kreeg in november 2008 een tweede leven in Aalst.

Hoewel Geert zich met “Harvey” naar eigen zeggen voor het eerst aan een "echte" komedie waagt, is dit stuk omwille van de maatschappijkritische ondertoon en de soms sprookjesachtige sfeer toch weer van een klasse apart.

Het stuk

Hoewel haar zonen nog te jong waren om dienst te moeten doen kwam ook voor Mary Chase de oorlog in het begin van de jaren '40 steeds dichterbij.

Een overbuurvrouw, die al weduwe was, kreeg op een dag bericht dat haar enige zoon in de strijd was omgekomen. Mary verbaasde zich erover, dat de vrouw nog de kracht vond om door te gaan met haar leven en haar werk. Ze vroeg zich af of deze vrouw ooit nog in staat zou zijn om te lachen en wat haar dan aan het lachen zou brengen.

Mary wilde iets maken dat alle mensen die hadden geleden door de oorlog, hun zorgen kon doen vergeten en weer een goed gevoel kon geven. Die gedachte liet haar niet meer los en op een ochtend zag ze, nog half in slaap, een psychiater, gevolgd door een groot wit konijn. Mary, die was opgegroeid met de volksverhalen van haar Ierse nonkels, wist meteen dat het om een pooka ging, een sprookjesfiguur uit de Keltische mythologie. Het duurde echter nog twee jaar vooraleer het hele toneelstuk op papier stond. Mary schreef drie versies: één met een mansgrote kanarie in plaats van een konijn en één met een vrouw als centraal personage. Maar uiteindelijk werden het Elwood P. Dowd en zijn vriend Harvey.

‘The Pooka”, zoals het stuk oorspronkelijk heette, ging op 1 november 1944 onder de titel “Harvey” in première op Broadway in een regie van Antoinette (Tony) Perry, die later haar naam zou geven aan de Tony Awards. Het werd een ongelooflijk succes: de productie eindigde pas meer dan vier jaar en 1.775 voorstellingen later op 15 januari 1949.

In 1945 kreeg Mary voor “Harvey” de prestigieuze Pulitzer Prize for Drama. Deze prijs, die al in 1917 werd ingesteld, was tot dan toe nog maar drie keer naar een vrouwelijke toneelauteur gegaan.

Universal kocht in 1947 de filmrechten van het stuk voor het destijds fenomenale bedrag van 750.000 dollar. Daarbij werd bedongen dat het filmen maar mocht starten, nadat de Broadway-productie de deuren had gesloten. Mary schreef zelf het scenario voor de film samen met Oscar Brodney en Myles Connolly. Het filmen startte op 18 april 1950 onder leiding van regisseur Henry Koster. James Stewart kreeg een Oscarnominatie voor zijn vertolking van Elwood P. Dowd en Josephine Hull won de Oscar voor Beste Vrouwelijke Bijrol voor de manier waarop ze Veta Simmons speelde. Beiden hadden hun rol voordien ook jarenlang op de planken gespeeld.

In augustus 2009 werd bekendgemaakt dat Steven Spielberg een remake van “Harvey” zou regisseren. Zowel Tom Hanks als Robert Downey jr. werden gepolst voor de rol van Elwood P. Dowd, maar het project kwam door allerlei artistieke meningsverschillen nooit van de grond.

Inhoud

Elwood P. Dowd woont samen met zijn zus Veta Simmons, een weduwe, en haar dochter Myrtle Mae in een statig herenhuis, dat hij heeft geërfd van hun overleden moeder. De beste vriend van Elwood is een voor anderen onzichtbaar wit konijn, dat één meter zevenentachtig groot is en luistert naar de naam Harvey.

Harvey is een pooka, een goedaardige, maar ondeugende plaaggeest, die altijd de gedaante van een groot dier aanneemt. Zijn aanwezigheid is een doorn in het oog van Myrtle Mae, die maar niet aan een man geraakt omdat iedereen afgeschrikt wordt door het onzichtbare beest.

Wanneer de twee vrienden een societyfeestje verstoren, dat Veta zonder medeweten van Elwood heeft georganiseerd om Myrtle Mae te introduceren op de plaatselijke huwelijksmarkt, is de maat vol. Veta en Myrtle Mae beslissen om Elwood met de hulp van de familieadvocaat Omar Gaffney te laten opnemen in de psychiatrische kliniek van de gerenommeerde Dr Chumley.

Maar dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan, want al gauw gaan ook daar de poppen aan het dansen. Harvey is duidelijk niet van plan om zich zomaar gewonnen te geven en van een pooka kan je nu eenmaal alles verwachten ...

Bekijk het volledige seizoen